Van kortsluiting tot transformatie. Het verhaal van Laura

Van kortsluiting tot transformatie. Het verhaal van Laura

25 augustus 2025

Gisteren was ik een echte huismus: best een intelligente jonge vrouw die veel nadacht en een eigen stijl en persoonlijkheid had. Echt connecteren met mensen, op een emotioneel niveau, lukte me echter niet. Dus voelde ik me vaak eenzaam en kon ik me op sociaal vlak minder ontwikkelen. Mensen zagen me als een intellectueel en creatief type, maar vonden me ook een beetje vreemd.

Vandaag valt niet los te koppelen van de psychische crisis die ik tien jaar geleden doormaakte. Die ‘kortsluiting’ bleek achteraf op veel vlakken helend te zijn. Ik voelde voor het eerst verbondenheid en oprechte appreciatie. Ook begon ik keuzes te maken op een meer intuïtief niveau. Vandaag probeer ik nog steeds te ondervinden wie ik nu 'echt' ben. Fijn te ervaren dat ik nog niet hoef stil te staan, laat staan ben uitverteld!

Als lentekind werd ik geboren op een zomerse 22 maart, mijn jonge mama liep die dag in T-shirt over straat. Eerder introvert en erg verlegen, was het niet eenvoudig om vriendjes te maken op school, al presteerde ik daar wel goed. Mijn bijnaam was ‘de verstrooide professor’. Toch denk ik met warme gevoelens terug aan die kindertijd. Zelfs het alcoholprobleem van mijn vader of de scheiding van mijn ouders konden geen domper zetten op dat geluk: ik werd omringd door een warme familie aan moederskant.

In mijn adolescentie begon het moeilijker te gaan. Ik had wel enkele schoolvriendinnen en een paar pennenvrienden die ik af en toe ook in het echt ontmoette, maar veel vaker voelde ik me erg eenzaam en vervreemd. Een paar gebeurtenissen uit die periode hadden grote impact. Op een vakantie met de mutualiteit naar Zwitserland werd ik zwaar gepest. Op de middelbare school had ik gevoelens ontwikkeld voor een lerares, en het kostte me jaren om die te verwerken. Na een bezinningsweekend op school dat uit de hand was gelopen, voelde ik me enorm depressief. Samen met een ander meisje was ik me bij donker gaan verstoppen in het bos, in de hoop dat ze ons zouden komen zoeken. Na afloop bleek iedereen dat ene meisje wel gemist te hebben, maar niemand had gemerkt dat ik ook weg was. Daardoor ging ik nog meer twijfelen aan mezelf en mijn betekenis voor anderen.

Ook al slaagde ik erin om die negatieve ervaringen achter me te laten, op de dag van mijn afstuderen aan de middelbare school was ik niet gelukkig. Ondanks mijn mooie resultaten en de plannen om nadien Germaanse Talen te gaan studeren aan de unief, was het geen blije dag voor mij. Ik had helemaal niet het gevoel dat de toekomst me toelachte, zoals iedereen zei. Mijn studiekeuze was een schot in de roos, maar aan de unief raakte ik helemaal sociaal geïsoleerd. Door de hoge verwachtingen van de maatschappij en mijn familie, maar zeker ook door mijn eigen onvervulde dromen, voelde ik me compleet mislukt. Uiteindelijk verliet ik op de valreep de unief, namelijk vlak voordat ik mijn laatste jaar volledig had afgerond.

Als jongvolwassene ruilde ik de ene interimjob in voor de andere, of was ik lange periodes werkloos waarbij ik ’s nachts veel tijd op het internet spendeerde, en vervreemdde van mijn familie en weinige vrienden. Achteraf bekeken denk ik dat ik toen al in een depressie zat, die echter nooit werd gediagnosticeerd. Een voorwaarde om hulp te kunnen vinden, is beseffen dat je een probleem hebt. Ik dacht daarentegen dat ik het probleem wàs. En bijgevolg zocht ik geen hulp.

Laura: "De ‘kortsluiting’ die ik meemaakte bleek achteraf op veel vlakken helend te zijn."

Mijn grootste lichtpuntje in die donkere tijd was de muziek. Ik volgde vooral de Red Hot Chili Peppers, waarbij ik voor even nieuwe mensen leerde kennen, en Warpaint, een bandje dat ik hielp bij hun opstart in de digitale wereld. Zonder mijn diepe connectie met muziek was het misschien slechter met mij afgelopen.

Het feit dat ik geen normale adolescentie had gekend, eiste ook op professioneel vlak zijn tol. Ik miste bepaalde sociale en emotionele skills en had een groot gebrek aan menselijk inzicht en zelfvertrouwen. Zo raakte ik op het werk een paar keer in de problemen door signalen die mijn baas uitzond en die ik verkeerd interpreteerde. Situaties die men vandaag zou duiden als #metoo. Spijtig genoeg betrof het telkens managers die niet meteen het beste met me voor hadden, wat tot tweemaal toe leidde tot een ontslag. Rond mijn dertigste resulteerde dit zelfs in een zware psychische crisis, omwille van de angst en achterdocht om opnieuw mijn job te verliezen. Ik begon de werkelijkheid ‘anders’ te ervaren. Mijn huisarts stelde als eerste de (voorlopige) diagnose: psychose. Op dat moment was ik eenendertig.

In eerste instantie voelde ik me opgelucht door deze diagnose omdat mijn probleem tenminste een naam had en dat we nu dus op zoek konden gaan naar een oplossing. Op ongeveer negen maanden tijd passeerden de revue: crisisafdeling, behandelafdeling, gesloten afdeling. Hoewel ik vandaag overwegend positief terugkijk op mijn opnames in de ggz was het korte verblijf op de gesloten afdeling destijds heel erg voor mij.

Vrij snel na mijn opnames kon ik terecht voor ambulante begeleiding bij VRINT, waarbij de connectie met mijn begeleider van werkelijk onschatbare waarde bleek. Vandaag hebben we nog steeds contact, ook al volg ik nu therapie bij een CGG.

De tijd leek me rijp om mijn leven een nieuwe richting te geven door Psychiatrische Verpleegkunde te gaan studeren. Maar een psychose, zo bleek, kan ook ontstaan door positieve stress. Zo was ik verliefd geworden op een docent in de opleiding, een getrouwde man van rond de vijftig jaar met wie ik een goede band had. Ik raakte er zo van ontregeld dat ik mijn stage en examens moest uitstellen. De daaruit voortvloeiende examenstress en acuut slaapgebrek – een groot risico voor iemand met psychosegevoeligheid – resulteerden in een nieuwe, kortere opname. Long story short: verpleegkundige ben ik niet geworden.

In mijn leven neemt de psychose een bijzondere plaats in omdat ik ervan overtuigd ben dat mijn persoonlijkheid erdoor veranderd is. Ik geloof dat er in mijn hersenen een soort kortsluiting heeft plaatsgevonden waardoor ik ben getransformeerd van een echte huismus en leesbeest in iemand die elk weekend van huis is en er een bruisend sociaal leven op nahoudt. Ik ben fier op wie ik ben en vrij onverstoorbaar, waardoor ik op een gegeven moment mijn deur ben uitgekomen en me heb aangesloten bij een activiteitenvereniging voor singles. Van daaruit heb ik mijn sociale kring dan verder uitgebouwd.

Toch is mijn leven vandaag niet vrij van uitdagingen. Intermenselijke contacten blijven moeilijk voor mij, omdat ik niet alle signalen oppik of juist interpreteer. Daarom nam ik het besluit om een uitgebreid diagnostisch onderzoek te ondergaan, waarbij ik geconfronteerd werd met de nieuwe diagnose bipolair. Tijdens een opvolgingsgesprek met VRINT, werd me uitgelegd dat zij eerder zouden spreken van een schizo-affectieve stoornis, maar dat ze eigenlijk liever werken met ‘groepen van symptomen’. Soit, zin en onzin van diagnoses. Ik apprecieer persoonlijk minder het label als wel de zeer uitgebreide uitleg daarrond.

Op dit moment neem ik nog steeds, of opnieuw, antipsychotica. Ik heb de voorbije elf jaar enorm veel bijgeleerd over dit type medicatie. Stoppen en starten met medicatie waren beslissingen die ik zelf nam. Ze waren niet vanzelfsprekend. Pas toen ik maanden medicatievrij was, begon ik de impact ervan volledig te begrijpen. Eerst kwamen de emoties. Zo kreeg ik de slappe lach tijdens een gezelschapsspelletje, een ervaring die ik me voordien nauwelijks kon herinneren. In de maand ervoor had ik twee keer geweend. Het was jaren geleden dat ik nog had geweend. Ik voelde me compleet overweldigd door die emoties. Daarna kwam de heropleving van mijn verbeeldingskracht. Als kind en jongvolwassene had ik al een levendige fantasie, maar door de medicatie werd die volledig onderdrukt. Plots zat ik in een heel nieuw verhaal, met uitgewerkte personages, plotwendingen, en een maatschappelijke context. Dagelijks was ik er in gedachten uren mee bezig. Na enkele maanden was het verhaal in mijn brein afgerond, en was ik emotioneel. Ik moest namelijk afscheid nemen van het hoofdpersonage, dat enkel in mijn hoofd had bestaan. Tenslotte begon ik mijn seksualiteit te herontdekken. Alles is beter zonder medicatie. Over de impact is geen enkele discussie mogelijk. Het is onvoorstelbaar wat een simpel pilletje teweeg kan brengen. Toch nam ik, om evenwichtig te blijven in het kader van mijn job, de moeilijke beslissing om mijn medicatie herop te starten. Het plan is om dit levenslang aan te houden, maar om af te bouwen tot de laagst mogelijke dosis.

Vandaag ervaar ik voor het eerst in mijn leven stabiliteit op professioneel vlak. Ik ben ruim zes jaar aan de slag als praktijkassistent in een wijkgezondheidscentrum, waar ik voordien actief was als vrijwilliger. Het is een toffe organisatie, met een open sfeer en constructieve manier van samenwerken. Momenteel werk ik tachtig procent en ik hoop er nog lang aan de slag te blijven. In mijn vrije tijd probeer ik met mijn herstelverhaal mensen, en hulpverleners in het bijzonder, bewust te maken van de herstelvisie door mee te werken aan verschillende projecten. Een lange versie van mijn herstelverhaal kan je lezen in de taboedoorbrekende verhalenbundel Kwetsbaar Sterk.

Begin vorig jaar werd mijn droom werkelijkheid: ik kocht een appartementje in een kleine centrumstad. Ik voel me helemaal thuis in mijn nieuwe woonst en beleef plezier aan de inrichting ervan, en aan de bezoekjes van familie en vrienden.

Tekst: Laura – Illustratie: NaMa

Dit artikel verscheen in ons magazine Spiegel, zomereditie 2025

Close